-
1 ein scharfes Tempo
-
2 scharf
scharf1〈bijvoeglijk naamwoord; schärfer, (am) schärfst(en)〉2 (zeer) snel, pijlsnel♦voorbeelden:scharf bremsen • krachtig, hard remmenscharf prüfen • scherp, streng examinerenscharf vorgehen • hard optredenaufs Schärfste, schärfste kritisieren • zeer scherp, uiterst fel kritiseren〈 informeel〉 einen Scharfen trinken • een borreltje, neut drinken〈informeel; figuurlijk〉 er ist ein ganz Scharfer • hij is een kwaje, lastigeein scharfes Tempo • een hoog temposcharf fahren • hard rijden5 scharf auf eine Sache sein • wild, verzot op iets zijn————————scharf2〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
3 anschlagen
anschlagenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken, mededelen ⇒ aanplakken6 vastslaan, -spijkeren♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Jean Sneppe — Johan Snep La Sonata Prima pour viole de gambe de Johan Snep Johan Snep également connu sous le nom de Jean Sneppe, né à Utrecht en 1656 – Zierikzee (Zélande) en 1719) est un compositeur baroque, gambiste, organiste, poète … Wikipédia en Français
Johan Snep — Jean Sneppe La Sonata Prima pour viole de gambe de Johan Snep Naissance … Wikipédia en Français